het schip


De Rode Zee

We vertrekken met de dageraad uit Djibuti



richting de Bab el Mandeb en de Rode Zee. Het begint met weinig wind tegen, maar in de loop van de ochtend kunnen we gelukkig gaan zeilen



en we zien de woestijnachtige kust van Djibuti aan ons voorbij trekken



Als we de bocht maken om ons weer in de scheepvaartroute te voegen wordt de wind steeds gunstiger en kunnen we de gennaker zetten



Nu we in de buurt van de nauwe zeestraat van Bab el Mandeb komen zien we op de AIS de intensiteit van de scheepvaart toenemen:



Intussen passeren we enkele interessante eilandjes



En we krijgen een passagier aan boord



Verschillende piepkleine open vissersbootjes steken de zee-engte over, dwars tussen en drukke scheepvaartverkeer door



En zo passeren we nog net bij daglicht deze mijlpaal op onze tocht en varen we de Rode Zee in.
Die nacht wakkert de wind fors aan, zoals gebruikelijk in deze zeestraat, maar de wind komt van achter en omdat we het grootzeil al gestreken hadden, hoeven we alleen het voorzeil nog maar kleiner te maken, om toch redelijk comfortabel de Rode Zee in te stuiven. Onze passagier raken we tijdens de nacht kwijt: hopelijk heeft hij ondaks de harde wind een goed heekomen gevonden. De volgende dag neemt de wind geleidelijk af en die avond moet de motor bij.



Dat zal de komende dagen tot onze spijt zo blijven, afgewisseld met stukjes dat we met de gennaker weer wat kunnen zeilen.



Omdat het eindeloze motoren best wel vervelend is, besluiten we een nachtje rust te nemen bij Khor Nawarat. Dat blijkt een soort duingebied op koraal te zijn.



en hier heerst een serene, welkome rust na alle motorgestamp. Een vissertje komt nieuwsgierig kijken



en 's nachts slapen we heerlijk achter ons anker. De volgende dag gaat met het ochtendgloren het anker op



en doen we weer een stuk met de motor bij. Aan het eind van de middag gooien we ons anker uit bij het koraalrif Talla Talla Saghir



waar we de kans te baat nemen om met onze snorkels ook de onderwaterwereld te verkennen. We komen nu dicht in de buurt van Suakin, de oude havenstad van Soedan. Daarheen zetten we de volgende dag dus koers



We komen via een toegangskanaal door het rif en zien dat er hier nog altijd sprake is van havenactiviteiten



Deze blijken hoofdzakelijk te bestaan uit veevervoer, voornamelijk van schapen naar Saoedi-Arabie



We varen door naar de havenkom naast de oude stad en kijken onze ogen uit











We hadden al contact gelegd met Mohamed, de agent hier. Hij staat ons al op te wachten en Frits haalt hem meteen op met de bijboot



Deze uitermate sympathieke en behulpzame man regelt voor ons een 'walpas' en een simkaart en wij genieten nog even van het schitterende uitzicht op de vervallen oude havenstad alvorens in diepe slaap te vallen.



De volgende dag gaan we op verkenning uit. In de 13e eeuw werd Suakin bezet door Egypte en ontwikkelde zich tot de belangrijkste havenstad aan de Afrikaanse kant van de Rode Zee. In de 17e eeuw werd de stad door het Turkse leger bezet en ging een periode van grote bloei tegemoet. Er werden op het eiland grote huizen gebouwd











en de stad werd een knooppunt van karavanen



die handelswaren en pelgrims aanvoerden die via Suakin verscheept werden door de gehele Rode Zee en naar Mekka.



Met de opening van het Suezkanaal in 1866 kwam de havenstad (die nog steeds door de Turken bestuurd werd) tot een nieuwe bloeiperiode, waarbij nu ook Europese handelaren zich er settleden. Er werd een dam aangelegd tussen het eiland in het midden van de haven en de vaste wal



De stad werd een knooppunt van export van ivoor, gom, koffie, goud, senna, struisvogelveren, huiden, katoen, sesamolie en vee. Daartegenover werden er Europese (koloniale) waren, als suiker, kaarsen, zeep, rijst, kleren, bestek en metaal geimporteerd en via de karavanen verhandeld naar het Oost-Afrikaanse achterland



In 1883 werd de Suakin-spoorweg aangelegd. Maar aan dit alles kwam een einde toen in 1905 enkele tientallen kilometers noordelijker Port Sudan werd aangelegd. Suakin raakte zijn prominente positie als handelscentrum kwijt aan de nieuwe haven in Port Sudan. De handelaren en de havenwerkers verhuisden mee en Suakin kwam in verval. De huizen waren gebouwd van koraalsteen, en dat heeft regelmatig onderhoud nodig. Toen dat geleidelijk wegviel begonnen de gebouwen in te storten. En dat is de toestand waarin het eiland en het stadsdeel op de vaste wal tot voor kort verkeerden. Maar inmiddels in Suakin tot werelderfgoed verklaard en wordt en met behulp van de Turkse regering een groots restauratieplan uitgevoerd.
En nu liggen wij hier



in de havenkom naast het eiland, waar het in de oude tijd een drukte van belang moet zijn geweest van komende en gaande schepen met hun kostbare ladingen van en naar Afrika, Europa en Arabie. Tijd dus om een en ander eens van naderbij te gaan bekijken.



























































Wat onze wandeling over het haveneiland nogal onwerkelijk maakt is dat er nauwelijks andere mensen zijn. Dus als we vier vrolijke jonge mannen tegenkomen die maar al te graag op de foto willen is dat een welkome manier om een beeld te krijgen van hoe het hopelijk hier ooit weer zal worden



Nu worden we ook nieuwsgierig naar de vaste wal, dus we lopen over de - inmiddels eveneens vervallen - dam naar het dorp op de wal. In tegenstelling tot het eiland wordt hier wel gewoond en geleefd en nu maken we kennis met het dagelijks leven in een Sudanees stadje, waar deels nog steeds gehuisd wordt in de vervallen gebouwen van weleer











en waar het vervoer nog grotendeels per ezelskar gaat



We herkennen de bouwstijl van de oude luxe huizen op het eiland



met daar tussendoor hutjes uit recentere tijden







Er lopen twee kleine jongens met ons mee, waarvan de ene dolgraag op de foto wil



en de andere niet weet hoe snel hij weg moet lopen. We komen nu echt in het dorp, waar ook de markt is











Er is een graanmaalderij



er staat een vrachtwagen/bus langs de weg



hier en daar zie je een moderne pickup



er is iemand druk in de weer met een paar dieselmotortjes (om stroom op te wekken en water te pompen)



een aantal mensen zijn van riet iets aan het bouwen



er staat nog een vrachtwagen



maar niet iedereen heeft het druk







Toch missen we wat....waar zijn de vrouwen???? Er lopen er wel een paar op straat



en ook op de markt leggen we contact met een tweetal jonge vrouwen die brood verkopen, maar naar verhouding zijn het er toch bijzonder weinig. Wat we hier wel overal zien zijn, afgezien van de ezeltjes, geiten



en een soort van taxis, die ons wel handig voorkomen met hun overkapping tegen de zon



We lopen weer terug naar de waterkant, langs een moskee die duidelijk ook nog uit de oude (Turkse) tijden stamt



Op weg naar onze bijboot zien we een box, die ons eraan herinnert dat dit gebied deel uitmaakt van een deel van Afrika waar men de gevolgen van de klimaatcrisis al vele jaren voelt



En dan ligt daar weer ons eigen drijvende huis



waar we de ongelooflijke hoeveelheid aan indrukken van deze totaal andere wereld de rest van de avond op ons in laten werken.
Ik had Mohamed eerder gevraagd naar de historische achtergronden van deze bijzondere stad. Hij vertelde toen dat er hier in de buurt een museum was en dat hij ons daar graag heen wilde brengen als we dat wilden bezoeken. Nou, na alles wat we inmiddels gezien hadden wilden we dat wel heel graag. Dus spraken we de volgende dag af met Mohamed voor een museumbezoek. En zo kwamen we terecht bij het



Hier heeft een Suakinees met historische belangstelling en een stuk land een museum ingericht, waarbij hij kon beschikken over een enorme collectie foto's van het oude Suakin, daterend van eind 19e eeuw tot en met de jaren 1970. Kortom: vanaf de laatste fase van de bloei tot aan het totale verval van de stad. Hier hebben we de opnames gemaakt van de foto's waarmee we hierboven het verhaal over de geschiedenis van de stad hebben geillustreerd. Het is een uitermate eenvoudig museum, maar de grote verrassing is natuurlijk wel dat je hier, op deze afgelegen plek een museumpje kunt bezoeken dat de geschiedenis van de stad boekstaaft. Daarom laten we hier nog enkele foto's van ons museumbezoek zien



Suakin eiland in 1931 en nadat het verval definitief heeft toegeslagen



Ooit een druk handelscentrum



waar schepen af- en aanvoeren







met grote, luxe etagewoningen in Arabische architectuur.
Het museum zelf zag er zo uit







Voordeel van deze uitstap was bovendien dat we onderweg in de auto allerlei vragen aan Mohamed konden stellen. Zo kon hij ons vertellen dat hij 3 kinderen heeft, die alledrie studeren, ook zijn dochter die in Khartoem (de hoofdstad van Sudan) medicijnen studeert. Zelf bleek hij wat hij noemde 'wild life sciences' te hebben gestudeerd. Maar omdat hij daarin geen emplooi had kunnen vinden was hij agent geworden. Hij sprak vloeiend Engels en vertelde ons over zijn vreugde dat de wrede dictator Bashir was afgezet. En ondanks dat Zuid-Sudan, waar zich de grootste oliereserves van het land bevinden, zich had afgescheiden, voorzag Mohamed toch een positieve toekomst voor zijn land.
De volgende dag lijkt de wind ons de kans te bieden weer een stukje verder naar het noorden op te schuiven. Dus nemen we afscheid van deze interessante man, en maken ons op voor het volgende stuk Rode Zee. Pas in de loop van de ochtend zal de wind gunstig staan om ons anker te lichten en te vertrekken uit deze bijzonder boeiende stad. Eenmaal buitengaats, zien we een zeilboot, die er nog net zo uitziet als de zeilboten die we op de foto in het museum hadden gezien, zij het een stuk kleiner



We willen vandaag Sha'ab Towartit, een rif voor de rede van Port Sudan, bereiken, daar overnachten om morgenochtend in alle vroegte te kunnen vertrekken voor een groter traject.
Port Sudan is een grote haven, en er liggen hier in de omgeving, achter de riffen, tientallen schepen voor anker



We arriveren gelukkig nog net op tijd voordat de zon te laag staat bij het rif en ankeren tussen de koraalkoppen, naast een visbootje dat hier kennelijk ook de nacht gaat doorbrengen.
De zon komt hier al om half zes op, dus om 6 uur varen we, achter de visser en nauwkeurig onze track van gisteren volgend weer naar buiten.



We hopen morgen ergens tot de grens van Sudan en Egypte te komen. En dat is meteen ons probleem: deze grens is omstreden, en eigenlijk is volstrekt onduidelijk waar hij loopt. Sommigen beweren dat je beter helemaal niet in dit gebied kan komen, maar ja, onze route brengt ons hier nu eenmaal, en omdat er overmorgen forse tegenwind opsteekt willen we toch wel graag een goede ankerplek vinden om die wind uit te zitten. Over een gebied van meer dan 100 kilometer schijnen de Egyptenaren het de facto voor het zeggen te hebben, al staat dit gebied overal aangemerkt als behorend tot Sudan...We proberen dus een rustige 'marsa' (baai) uit te zoeken, waar geen sprake is van militaire posten en die ook nog eens voldoende bescherming biedt tegen de wind. Overdag kunnen we leuk zeilen



maar in de avond valt de wind grotendeels weg, om niet meer terug te komen. Helaas, dus maar weer de motoren aan. In de ochtend hebben we weer een bijzondere passagier aan boord



Omdat de volgende baaien militair terrein schijnen te zijn, moeten we vandaag helaas al in het begin van de middag stoppen. We gaan naar Marsa Umbeila, een volledig verlaten baai, van beide kanten beschut door een rif



Hier blijven we de eerstvolgende 4 dagen, terwijl het buiten hard gaat waaien. Hierbinnen voelen wij ons vanaf de boot en in het water deelnemers aan een fantastische Sudanese safari! De eerste middag snorkelen we op het kleurrijke, visrijke rif aan de ingang van de baai















En als we de volgende morgen wakker worden zien we het volgende tafereel



We kijken nog eens beter en we zien een complete familie dromedaris langs het strand















Onder de indruk van wat we zien zijn we de hele ochtend zoet. En dan gaan we midden op de dag als de zon hoog staat we weer naar 'ons' rif om daar uitgebreid rond te snuffelen met onze snorkels en te genieten van deze kleurrijke wereld






<











































We hadden bij aankomst in de baai al bezoek gehad van een grote roofvogel, en als we na het snorkelen zitten na te genieten zien we hem nu in vol ornaat zitten



Maar de show voor vandaag is nog niet over, want nu komt er een kudde ezeltjes over de heuvels naar de zee







De volgende dag is het weer dromedaris-tijd















De middag daarna zien we ineens een hele kudde wit-grijze dieren langs het strand bewegen...schapen??? Maar we zien geen herder. We pakken de kijker erbij en dan blijken het grote vogels op hoge poten te zijn, die langs de vloedlijn lopen.



We hebben niet meteen een idee wat dit nu zijn: zijn het een soort van kleine struisvogels? We zijn er nog niet uit en die nacht horen we dat ze opgeschrikt worden en dat ze wegvliegen. Maar de volgende dag komen er een paar terug en dan is het opeens overduidelijk: het zijn flamingo's, denken we



Later weten vogelkenners ons te vertellen dat dit niet klopt: het zijn kraanvogels!
We moeten 5 dagen 'uitzitten' tot de wind weer gaat liggen en we verder kunnen. Maar in deze bijzondere omgeving is dat totaal geen straf. Iedere dag bracht de natuur ons weer iets moois, en we voelen ons dan ook zeer bevoorrecht dat we deze bijzondere plek bij toeval hebben gevonden. Van eventuele grensproblemen merken we overigens verder niets en behalve een herder met een kudde schapen hebben we hier al die dagen geen sterveling gezien.



[jan 2021]

[feb 2021]

[mrt 2021]

[apr 2021]

[mei 2021]

[dec 2021]

[juni 2021]

[juli 2021]

[okt 2021]

[nov 2021]

[2020]

[2019]

[2018]

[2017]

[2016]

[2015]

[2014]

[2012/13]

[2010/11]

120 m² zeiloppervlak
120 m² lichtweerzeil
In blauw zijn de 4 gastenhutten (1x tweepersoons en 2x eenpersoons) gemarkeerd
Overal aan boord genieten